
Sommige kinderen omschrijven het lezen als een worsteling: “De letters bewegen”, “de regels lijken te wiebelen” of “ik krijg hoofdpijn van lezen.” Anderen geven aan dat ze al na een paar minuten lezen moe worden of afgeleid raken. Het is begrijpelijk dat bij zulke signalen vaak gedacht wordt aan dyslexie. Toch is dat lang niet altijd het hele verhaal. Er kunnen ook andere oorzaken meespelen, zoals een visuele disfunctie of een probleem met het scherptezicht.
Meer dan alleen 'niet goed kunnen lezen'
Lezen lijkt op het eerste gezicht een taalvaardigheid, maar het is eigenlijk een complexe samenwerking tussen verschillende functies in het brein en lichaam. Het begint met zien: je ogen moeten de letters scherp en stabiel kunnen waarnemen. Pas daarna komt de taalverwerking op gang. Als het zicht niet optimaal is – en dan bedoelen we niet alleen of je een bril nodig hebt – kan dat grote gevolgen hebben voor het leesproces.
Wat is een visuele disfunctie?
Een visuele disfunctie betekent dat de ogen moeite hebben om goed samen te werken. Dat kan zich op verschillende manieren uiten:
- De ogen kunnen niet goed focussen op één punt (fixatieproblemen)
- Ze volgen de regels op een pagina niet vloeiend (volgproblemen of oogsprongproblemen)
- De samenwerking tussen de twee ogen is niet stabiel, waardoor er bijvoorbeeld dubbelzien ontstaat
Kinderen met een visuele disfunctie zien vaak wazig of bewegend beeld, raken sneller vermoeid of verliezen de regel tijdens het lezen. Dit kost ontzettend veel energie en maakt het leerproces moeizaam. Je kunt je voorstellen dat deze kinderen lezen gaan vermijden, of een afkeer ontwikkelen van boeken of schoolwerk.
Scherptezicht: zien de ogen het wel goed?
Scherptezicht is wat we meestal laten meten bij een opticien: hoe goed ziet iemand op afstand of van dichtbij? Als dit niet optimaal is, kan een bril nodig zijn. Maar zelfs met een goede bril kunnen kinderen alsnog klachten ervaren, omdat scherptezicht slechts één onderdeel is van het hele visuele systeem. Iemand kan 100% scherptezicht hebben, maar tóch visueel overbelast raken doordat de samenwerking tussen de ogen niet goed verloopt.
En dyslexie dan?
Dyslexie is een hardnekkige taalstoornis, waarbij het leren lezen en spellen niet vanzelf gaat. De oorzaak ligt in de verwerking van klanken en letters in het brein. Het heeft dus niet direct met de ogen te maken, maar met hoe de hersenen taal verwerken. Toch kunnen visuele disfuncties en dyslexie in gedrag veel op elkaar lijken: traag lezen, veel fouten, spellingsproblemen. Daarom is het zo belangrijk om goed te onderzoeken waar de oorzaak ligt. Een kind kan namelijk óók een visueel probleem hebben dat het lezen bemoeilijkt – óf beide.
Signalen om alert op te zijn Bij twijfel is het goed om deze signalen serieus te nemen:
- Letters lijken te bewegen of dubbel te zijn
- Hoofdpijn of vermoeidheid na lezen of beeldschermgebruik
- Slechte concentratie bij visuele taken
- Veel knipperen, met de ogen draaien of wrijven in de ogen
- Slecht overschrijven van het bord
- Problemen met diepte zien of balspellen
- Regelmatig struikelen of dingen omstoten
Wat kun je doen als ouder, leerkracht of professional?
Het begint met goed kijken naar wat een kind laat zien, en luisteren naar wat het vertelt. Hier zijn een aantal praktische tips:
Voor ouders: Observeer je kind tijdens het lezen: beweegt het hoofd mee met de tekst, houdt het een vinger bij de regels, knippert het veel? Laat bij twijfel niet alleen een oogmeting doen bij een opticien, maar vraag ook een doorverwijzing naar een orthoptist of functioneel optometrist. Neem de klachten van je kind serieus, ook als de omgeving denkt dat het "erbij hoort".
Voor leerkrachten: Let op kinderen die lezen vermijden, snel afgeleid zijn of vaak fouten maken in overschrijven. Wees terughoudend met het koppelen van leesproblemen aan dyslexie zonder breder te kijken. Overweeg om bij hardnekkige leesproblemen een gesprek aan te gaan met ouders over visuele screening.
Voor professionals in zorg en onderwijs: Wees alert op signalen die kunnen wijzen op visuele overbelasting of disfunctie. Werk samen met collega’s uit andere vakgebieden (orthoptisten, logopedisten, gedragsdeskundigen) om een volledig beeld te krijgen. Ondersteun ouders bij het zoeken van de juiste route naar aanvullend onderzoek.
Tot slot
Een kind dat zegt dat lezen moeilijk is, doet dat niet zomaar. Achter de klacht kan een wereld aan oorzaken schuilgaan: van een bril die nodig is, tot ogen die niet goed samenwerken, tot een taalstoornis. Daarom is het zo belangrijk om breed te kijken, te luisteren naar het kind en samen te zoeken naar wat wél werkt. Want als zien vanzelf gaat, krijgt leren weer lucht.
Reactie plaatsen
Reacties