
We hebben vaak de neiging om intelligentie te zien als dé sleutel tot succes. Als een kind slim is, dan komt het wel goed – toch? Maar wat als dat slimme kind zich juist steeds ongelukkiger voelt? Wat als het vastloopt op school, sociaal moeilijk aansluiting vindt of zelfs helemaal afhaakt? Dan blijkt opeens: slim zijn is niet genoeg.
Als coach en moeder zie ik het keer op keer: kinderen met een hoge intelligentie die worstelen. Die niet op hun plek lijken te passen. Die zich anders voelen, overprikkeld zijn, of juist volledig afsluiten. En ouders die zich afvragen: Hoe kan dit? Hij is zó slim… waarom lukt het dan niet?Laten we het hebben over wat er dan écht speelt.
Slim, maar niet sterk genoeg
Hoogbegaafde kinderen beschikken over een bovengemiddelde intelligentie, snelle denkers, vaak met een rijke woordenschat, een groot leervermogen en een scherpe analytische blik. Maar die cognitieve voorsprong betekent niet automatisch dat zij emotioneel, sociaal of executief net zo ver ontwikkeld zijn.
Sterker nog: de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen verloopt vaak asynchroon. Dat betekent dat hun denken verder is dan hun gevoel, of dat ze op sociaal vlak niet mee kunnen komen met leeftijdsgenoten – of juist veel verder zijn dan de rest.
Dat verschil kan zorgen voor verwarring, frustratie en zelfs gevoelens van eenzaamheid. Want wie begrijpt jou nog, als jij nadenkt over ethische dilemma’s terwijl je klasgenoten zich bezighouden met voetbalplaatjes?
Wat deze kinderen missen
Wat deze kinderen nodig hebben, is geen nóg moeilijker werk of nóg een extra uitdaging. Ze hebben vooral begeleiding nodig op andere vlakken:
1. Emotionele ondersteuning; Hoogbegaafde kinderen kunnen intense emoties ervaren. Ze piekeren, zijn perfectionistisch, gevoelig voor onrecht en kunnen zichzelf flinke druk opleggen. Ze hebben volwassenen nodig die deze gevoelens erkennen, normaliseren én begeleiden.
2. Sociale aansluiting; Het is niet altijd makkelijk om aansluiting te vinden als je denkt en praat op een ander niveau. Dat kan zorgen voor sociale isolatie. Begeleiding in sociale vaardigheden – zonder het kind te dwingen zichzelf te verloochenen – is essentieel.
3. Executieve functies; Hoogbegaafdheid betekent niet automatisch dat een kind goed kan plannen, organiseren of volhouden. Sterker nog: juist doordat ze zo lang op hun intelligentie hebben kunnen varen, kunnen deze vaardigheden onderontwikkeld zijn. Dan komt de klap hard aan zodra het écht uitdagend wordt.
4. Zingeving en autonomie; Hoogbegaafde kinderen willen begrijpen waarom iets moet. Ze hebben een sterke behoefte aan autonomie en betekenis. Als ze die niet krijgen, kunnen ze afhaken of zelfs in verzet komen. Ze hebben ruimte nodig om mee te denken, te kiezen en zich te verbinden met wat ze doen.
Wat kun jij doen als ouder of begeleider?
- Allereerst: erken dat slim zijn niet hetzelfde is als “het wel zelf kunnen”.
- Durf te kijken naar het kind achter de intelligentie. Stel vragen als: Hoe voel jij je op school? Wat kost je moeite? Waar word je blij van? En vooral: luister écht.
- Zoek begeleiding die niet alleen kijkt naar het IQ, maar ook naar het EQ, de executieve functies en de sociale ontwikkeling.
- En wees geduldig. Deze kinderen hebben ruimte nodig om zichzelf te leren kennen – en dat vraagt soms om andere paden, andere oplossingen en vooral: veel begrip.
Tot slot
Hoogbegaafdheid is geen garantie voor succes. Het is een potentieel – geen eindstation. En om dat potentieel tot bloei te laten komen, hebben kinderen meer nodig dan alleen hun brein. Ze hebben verbinding nodig. Veiligheid. Begrip.
Dus de volgende keer dat je denkt: Maar hij is toch zo slim…? Vraag je dan ook af: Wat mist hij om zich echt goed te kunnen ontwikkelen? Want pas als hoofd, hart en handen in balans zijn, kan een kind écht groeien.
Reactie plaatsen
Reacties